Dossier

Waterbeheer

Bij waterbeheer gaat het om:
1. Waterveiligheid
2. Waterkwaliteit
3. Waterkwantiteit

In de Waterwet staan de verantwoordelijkheden van de verschillende overheden die betrokken zijn bij het waterbeheer.

Rijksoverheid

De Rijksoverheid is verantwoordelijk voor het nationale beleid en de landelijke maatregelen. Hieronder valt ook de vertaling van de Europese Kaderrichtlijn Water naar landelijke beleidsuitgangspunten, kaders en instrumenten.
Daarnaast is het Rijk verantwoordelijk voor de normen voor waterveiligheid van de primaire waterkeringen. Dit zijn dijken en duinen die het land beschermen tegen water uit zee en de grote rivieren.
Momenteel werkt de Rijksoverheid aan het Nationaal Water Programma 2022-2027. Dit programma combineert de plannen voor beleid en beheer van het water.

Kaderrichtlijn Water

Om de waterkwaliteit in Europa te verbeteren is sinds 2000 de Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht. De richtlijn bevat afspraken die ervoor moeten zorgen dat uiterlijk in 2027 het water in alle Europese landen voldoende schoon en gezond is. Het behalen van de milieudoelen vormt een verplichting waaraan economische sancties zijn verbonden.

Provincies

De provincies zijn verantwoordelijk voor de vertaling van het nationale waterbeleid naar regionale maatregelen. Ook het beheer van de grondwaterkwaliteit ligt bij de provincies (Wet Bodembescherming).

Gemeenten

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het grondwater in stedelijk gebied. Ook zorgt de gemeente voor de afvoer van afvalwater en overtollig regenwater via de riolering volgens de Waterwet en Wet milieubeheer.

UITVOERING WATERBEHEER

Rijkswaterstaat en de waterschappen (hoogheemraadschappen) zijn de waterbeheerders in Nederland. Zij hebben de taak om overstromingen te voorkomen (waterveiligheid) en te zorgen voor voldoende grond- en oppervlaktewater (waterkwantiteit) en een goede waterkwaliteit.
Rijk en waterschappen regelen met sluizen, stuwen en gemalen het niveau van het oppervlaktewater en grondwater. Daarbij houden zij rekening met de natuur, landbouw, recreatie, het bedrijfsleven en de inwoners. Hoe hoog het water minimaal en maximaal mag komen, staat in een peilbesluit (zie hierna). Rijk en waterschappen moeten er voortdurend voor zorgen dat het waterpeil klopt.

Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat (RWS) is verantwoordelijk voor het beheer van grote wateren, zoals de zee en de rivieren. RWS onderhoudt dijken, dammen, stuwen en stormvloedkeringen, beschermt de kust en geeft rivieren meer ruimte. Bijvoorbeeld door uiterwaarden te verdiepen en nevengeulen aan te leggen. Ook wordt de waterkwaliteit gemonitord en, indien nodig, verbeterd.
RWS houdt het waterpeil continu in de gaten en waarschuwt de verantwoordelijke overheden op tijd voor zowel hoog als laagwater of storm op zee.
Meer lezen over de taken van RWS, bijvoorbeeld hoe het water wordt verdeeld? Zie www.rijkswaterstaat.nl

Waterschappen

De waterschappen stellen beheerplannen op voor de waterkwaliteit van de wateren in hun beheersgebied. Zij zijn verantwoordelijk voor de regionale wateren, zoals kanalen en poldervaarten en de regionale waterkeringen en zorgen ervoor dat landbouwers voldoende water hebben voor hun gewassen. Ook zorgen de waterschappen voor zuivering van afvalwater.

WAT BETEKENT DIT VOOR U IN DE PRAKTIJK?

Het Reeuwijkse Plassengebied en de aanliggende polders vallen onder het Hoogheemraadschap van Rijnland (Rijnland), waterbeheerder voor Zuid-Holland en een deel van Noord-Holland.

Werkgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland

Voor het uitvoeren van zijn taken hanteert Rijnland een aantal regels, vastgelegd in de leggers en de keur, alsmede een vergunningenstelsel.
Het waterschap is wettelijk verplicht voor het oppervlaktewater een peilbesluit op te stellen en heeft de inspanningsverplichting dit peil te handhaven.

De keur

Er zijn regels voor dat wat een bewoner of bedrijf wel en niet mag doen in en bij water, dijken en gemalen. Deze regels zijn vastgelegd in de keur met bijbehorende uitvoeringsregels.

Om als waterschap te kunnen voldoen aan de Omgevingswet, gaat Rijnland de keur en uitvoeringsregels vervangen door één document: de Waterschapschapsverordening. Het streven is dat deze verordening na de zomer wordt vastgesteld.
Tot deze verordening is ingevoerd, kunnen de keur en uitvoeringsregels worden ingezien op www.rijnland.net

Leggers

Een legger is een register waarin van alle wateren het volgende is opgenomen: de ligging, de (vereiste) afmetingen, wie verantwoordelijk is voor het onderhoud en wat dit onderhoud inhoudt. De regels gelden niet alleen voor meren, plassen, sloten en weteringen, maar ook voor oevers en waterkeringen. De eigenaar is veelal verantwoordelijk voor de uitvoering.

Er zijn vier soorten leggers:
1. Legger primaire waterkeringen.
Deze waterkeringen beschermen tegen buitenwater uit de Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer en zijn grotendeels eigendom van de overheid.
Deze legger speelt dus geen rol in het plassengebied en Oukoop.

2. Legger regionale waterkeringen.
Regionale waterkeringen beschermen tegen binnenwater uit meren en plassen, kleine rivieren en kanalen.
In het plassengebied gaat om de kering rond Broekvelden/Vettenbroek, deze is eigendom van de gemeente. Maar de nabij gelegen percelen, waaronder die van particulieren, vallen onder een “beschermingszone”. Dit houdt in dat activiteiten die van invloed kunnen zijn op de instandhouding van de kering verboden zijn.
In Oukoop betreft het de Prinsendijk bij de Enkele Wiericke, deze is deels eigendom van particulieren. Ook hier geldt dat activiteiten die van invloed kunnen zijn op de instandhouding van de kering verboden zijn.
De legger is in te zien op www.rijnland.net

3. Legger oppervlakte wateren.
Regelgeving, waaronder onderhoud, voor meren, plassen, sloten en watergangen en de hieraan grenzende oevers/gronden.
De eigenaren van een waterbodem zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. Dit geldt ook voor het op diepte houden!
De legger is in te zien op www.rijnland.net

4. Legger ondersteunende kunstwerken.
Hierin kunnen ook door particulieren aangelegde oevers door Rijnland als “waardevol” worden aangemerkt met daarbij behorende bepalingen voor onderhoud en beheer.
De legger is in te zien op www.rijnland.net

Vergunningen

Voor het uitvoeren van werken bij water en dijken kan een vergunning nodig zijn. Om te bepalen of u alleen hoeft te melden, zo aan de slag kan of dat een vergunning nodig is, kunt u een vergunningencheck doen.
Als een watervergunning of maatwerk nodig is, stuurt de vergunningencheck u door naar het omgevingsloket. www.rijnland.net

Peilbesluit

Het waterschap stelt de waterpeilen vast van een begrensd gebied, vaak één of meerdere polders. Bij het opstellen van een peilbesluit zijn de gebruiksfuncties van een gebied het uitgangspunt, bijvoorbeeld landbouw, natuur en bebouwing. Deze gebruiksfuncties stellen verschillende eisen aan de hoogte van een waterpeil. Zo wil bijvoorbeeld de landbouw vaak een laag waterpeil, voor de natuur is echter een hoog waterpeil beter.
Als referentie moeten de waterschappen het Normaal Amsterdams Peil (NAP) gebruiken.

Peilbesluit Reeuwijkse Plassen en Twaalfmorgen

Sinds 2013 bestaat binnen de polders Reeuwijk en Sluipwijk een apart bemalingsgebied voor de plassen, inclusief Reeuwijk-Brug, maar exclusief plas Broekvelden/Vettenbroek.
Het huidige peilbesluit is in 2017 vastgesteld. In de zomer wordt een flexibel peil gehanteerd tussen NAP – 2,21 m en NAP – 2,29 m en een vast winterpeil van NAP – 2,24 m.
De overgang van zomer- naar winterpeil en omgekeerd vindt in principe plaats in de maanden september en oktober, respectievelijk maart en april, op basis van de weersgesteldheid en grondwaterstand.

Voor een strook aan de zuidkant van de Twaalfmorgen geldt een vast waterpeil van NAP -2,12 m.

Wat is het NAP (Normaal Amsterdam Peil)?

Alle hoogtes in Nederland worden gemeten ten opzichte van hetzelfde niveau, het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Een NAP-hoogte van 0 m is ongeveer gelijk aan het gemiddelde zeeniveau van de Noordzee.